Nieuws - PVDA Brasschaat

Het signaal van de hoop: lessen uit de PVDA-kiescampagne - Brasschaat

Geschreven door peter allaerts | 13 juni 2019

Er kan geen enkele twijfel over bestaan: de PVDA is een winnaar van de afgelopen verkiezingen. Over heel het land boekten we successen. In Wallonië en in Brussel zijn we de sterkste stijger. In Vlaanderen kenden we de op één na grootste groei. Die doorbraak is opmerkelijk om verschillende redenen. Een feit staat als een paal boven water: deze overwinning werd ons niet in de schoot geworpen, we hebben ze collectief afgedwongen.

David Pestieau en Loonis Logghe

Een opmerkelijke overwinning

Het aantal mensen dat PVDA stemde is meer dan verdubbeld: van 251.276 naar 584.621 stemmen. Daarmee vertegenwoordigen we 8,6% van alle kiezers in het land. Slechts vier partijen zijn groter dan de onze: N-VA, Vlaams Belang, PS en CD&V.

In Wallonië scoorde de partij bijzonder sterk, met 14,5% van de stemmen voor de Europese verkiezingen. De provincies Luik (16,4%) en Henegouwen (15,6%) doen het heel goed, met verder uitschieters in de steden Charleroi (22%), Luik (19,1%), Herstal (27,5%), Seraing (26,5%) en La Louvière (22,1%). Ook in Namen gaan we opmerkelijk vooruit. Met 11,9% halen we voor het eerst een verkozene in de provincie. Maar ook in Waals-Brabant (7,4%) en Luxemburg (9%) schieten de scores de lucht in.

In Brussel zijn de resultaten uitstekend. Verrassend goed, want het resultaat was minder verwacht dan in Wallonië. Ook bij de gemeenteraadsverkiezingen werd Brussel een verrassing. Dat wordt nu versterkt met 13,5% over het hele gewest. In de volksgemeenten Molenbeek, Anderlecht en Sint-Gillis, waar veel werknemers en jongeren wonen, halen we rond de 20%. Maar ook in Brussel-stad overtreffen we de verwachtingen en halen we met 17,3% een betere score dan Ecolo.

Onze keuze om de belangen van de brede werkende klasse te behartigen, is de juiste.

In Vlaanderen zien we dan weer een razendsnelle inhaalbeweging. Tegen de rechtse stroom in halen we 5,6% van de stemmen op federaal niveau. De provincie Antwerpen is de absolute sterkhouder. Daar evenaren we bijna sp.a, met 7,6%. Maar ook in de steden zijn de resultaten opvallend goed. In Antwerpen-stad scoren we beter dan de sociaaldemocraten met 12,7%. In de stad Gent haalt de partij 11,7% van de stemmen, in Genk 10,1%. In Oost-Vlaanderen halen we met 5,5% twee verkozenen, in Limburg één met 5,7%. Ook in Vlaams-Brabant (4,7%) en West-Vlaanderen (3,6%) is de vooruitgang significant. Het is een echte doorbraak, die er voor zorgt dat we vandaag in Vlaanderen al een pak verder staan dan toen we in Wallonië doorbraken in 2014.

Het is sinds 1946 geleden dat authentiek links nog zo hoog scoorde, toen de PCB-KPB net na de oorlog 12,7% van de stemmen haalde in heel het land. De PVDA is ook meteen de eerste partij in de geschiedenis van het Vlaams Parlement die erin slaagt om over de kiesdrempel te springen.

Over heel Europa zijn de radicaal linkse partijen achteruit gegaan op 26 mei. Alleen in België werd een overwinning geboekt, door de PVDA. Daaruit blijkt dat onze duidelijke boodschap aanslaat. Onze keuze om de belangen van de brede werkende klasse te behartigen, is de juiste.

Sterke verkozenen met terreinkennis

Dat zorg er voor dat onze partij plots een pak meer woordvoerders heeft in de parlementen. Op de hoogste politieke niveaus groeien we van 8 naar 43 verkozenen.

  • In het Europees parlement van 0 naar 1 verkozene
  • In de Federale Kamer van 2 naar 12
  • In de Senaat van 0 naar 5
  • In het Vlaams Parlement van 0 naar 4
  • In het Waals Parlement van 2 naar 10
  • In het Brussels Parlement van 4 naar 11 (in de twee taalgroepen)

De twaalf verkozenen van de PVDA in het Federaal Parlement.

De sterke lijsten die we bij deze verkiezingen hebben ingediend, vertalen zich in sterke verkozen woordvoerders. De fractie die we in de federale Kamer zullen kunnen vormen, zal zeer divers en krachtig zijn. Met vier sterke vrouwen, met vier arbeiders die samen meer dan 100 jaar syndicale ervaring hebben, met mensen met ervaring op het terrein.

Onze kopstukken zijn zeer populair bij de bevolking. Raoul Hedebouw haalde de 9de beste score van alle federale verkozenen met 49.850 voorkeurstemmen. Peter Mertens eindigde als 12de met 48.800 stemmen.

Onze verkozenen komen uit de drie regio’s van het land, maar spreken allemaal dezelfde taal: de taal van het volk.

Onze identiteit als unitaire partij zal belangrijk zijn voor onze federale fractie. Onze verkozenen komen uit de drie regio’s van het land, maar spreken allemaal dezelfde taal: de taal van het volk. Opmerkelijk is ook dat Gaby Colebunders als Limburger verkozen werd in Luik. Een feit dat herinnert aan de historische verkiezing van de eerste socialistische verkozene ooit: de Gentenaar Edward Anseele, die in 1894 verkozen werd in Luik. Dat is een belangrijk signaal voor de eenheid van het land en voor de terugkeer van authentiek links.

Vier van onze verkozenen in de federale Kamer zijn arbeiders. Dat is uniek in België. Nadia Moscufo was kassierster bij Aldi, Gaby Colebunders werkte bij Ford Genk, Roberto D’Amico bij Caterpillar, en Maria Vindevoghel bij Sabena. Voor de verkiezingen was er maar één persoon met een achtergrond als arbeider in het federaal parlement. De vier PVDA-verkozenen zijn dus een absolute meerwaarde voor de democratie van het land.

Drie pijlers van succes

Deze verkiezingsoverwinning werd ons niet cadeau gedaan. Het is het resultaat van onze politiek, onze aanwezigheid op het terrein met onze 16.000 leden, en de aanpak van onze communicatie, waaronder sociale media. Die drie pijlers hebben een even belangrijk aandeel in het succes.

De eerste pijler is de partijvernieuwing in 2008. De analist Denis Rogatyuk schreef recent in Tribune: “De herorganisatie van de partij en het proces van vernieuwing [...] speelden een cruciale rol. Ze lieten de partij toe om naar voor te komen als een geloofwaardig alternatief, dat zowel een sociaal als ecologisch verhaal brengt én praktische oplossingen voor de economische problemen die ontstonden bij de financiële crisis.” Zonder die vernieuwingsoperatie was het succes vandaag niet mogelijk geweest. Sindsdien zijn we een politieke kracht van belang geworden in België.

Maar ook de concrete strategische keuzes hadden een groot belang. Onze hink-stap-sprong-strategie bestond erin om bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar door te breken in de centrumsteden van het land (van 52 naar 167 verkozenen). Van daaruit zouden we kunnen doorgroeien naar de hogere niveaus. Dat is overal gelukt. In de provincie Antwerpen hebben we daardoor twee federale én twee Vlaamse verkozenen. Maar ook de verkozenen in Oost-Vlaanderen en Limburg zijn een direct gevolg van die keuze, net als de resultaten in Brussel. Daar hebben we onze doorbraak in zeven Brusselse volkswijken kunnen verbreden tot een doorbraak in alle 19 gemeenten van de regio. In Wallonië hebben we dankzij die strategie onze doorbraak bevestigd in Namen, Doornik, Verviers, Huy en uiteraard Luik en Charleroi. Dat heeft ons toegelaten om onze invloed te verspreiden over gans Wallonië.

Vanuit de ervaringen in Antwerpen hebben we de beste praktijken veralgemeend voor de rest van het land

We wisten dat de moeilijkste opdracht was om de kiesdrempel van 5% te doorbreken in Vlaanderen. In de regio is de overheersende culturele en politieke trend er één naar rechts, gevoed door de dominante conservatieve boodschap van de N-VA en de inplanting van het Vlaams Belang. In 2014 hebben we het objectief op het nippertje gemist, met een score van 4,5% in de provincie Antwerpen. Maar het is niet omdat we dichtbij waren dat het succes op 26 mei gegarandeerd was.

Een dam duw je niet op alle plaatsen tegelijk in. Je slaat een bres. Vanuit dat principe beslisten we om te focussen en van Antwerpen uit verder te groeien. In plaats van overal even intens campagne te voeren, hebben we de meeste middelen en extra medewerkers op Antwerpen gezet, en ook specifiek in de Kempen ingeschakeld. Vanuit de ervaringen in Antwerpen hebben we de beste praktijken veralgemeend voor de rest van het land (mits de nodige aanpassingen). Die keuze om de krachten te concentreren op een doorbraak in Antwerpen is dus juist gebleken. Want de doorbraak in Antwerpen heeft ook de resultaten in de naburige provincies Oost-Vlaanderen en Limburg mee naar boven getrokken.

De tweede pijler is de aanwezigheid op het terrein met een sterke grassroots-campagne, uitgebouwd met duizenden vrijwilligers: meer dan 5.000 in de provincie Antwerpen, 2.800 in Brussel, en ga zo maar door. Ook daar heeft de vernieuwing zich doorgezet. In 2014 hadden we nog 7.600 leden, in 2019 zijn dat er 16.000 geworden. Dat heeft ons toegelaten om in veel nieuwe gemeenten lokale secties uit te bouwen, maar ook om meer aanwezig te zijn in de fabrieken. Stap per stap hebben we mensen overtuigd. In februari en maart zijn onze woordvoerders op tour gegaan in hun provincie, waarbij duizenden mensen bereikt werden. In april schakelden we onze groepen van medewerkers in, om dan in mei volop van deur tot deur te gaan. Onze leden en vrijwilligers hebben het beste van zichzelf gegeven. Ze waren aanwezig op plaatsen waar andere partijen nooit komen: in de volkswijken, in de bedrijven. Om te luisteren naar de mensen, om ze te overtuigen. Na de verkiezingen zal de opbouw van de partij nog belangrijker worden, om ook in de toekomst het resultaat te kunnen consolideren.

Onze leden en vrijwilligers hebben het beste van zichzelf gegeven.

De derde pijler is de communicatie op sociale media. Daarbij hebben we volledig de shift gemaakt van papier naar digitale communicatie. Hoewel we een pak minder middelen hadden in vergelijking met de andere partijen, hebben we met onze aanpak en sterke inhoud daar heel veel van kunnen rechttrekken. In de laatste week werden op sociale media elke dag 500.000 mensen bereikt, zowel aan Nederlandstalige kant als op Franstalige kant. Het belang daarvan valt niet te onderschatten.

We hadden bijzonder veel succes met de video's van Raoul Hedebouw in het parlement, die ook gebruikt werden bij onze deur-aan-deur-campagne. Er werden bevattelijke filmpjes gemaakt die onze standpunten uitlegden en soms vergeleken met die van andere partijen. In Franstalig België maakten vrijwilligers een zeer professioneel filmpje over een ‘hold-up’ van het parlement, dat zelfs in Frankrijk opgepikt werd. Maar ook korte humoristische video's hadden een grote impact.

De PVDA heeft de sociale problemen op de agenda gezet

Het is in de eerste plaats de PVDA die de sociale problemen van de mensen erkend heeft en op de agenda heeft gezet. Denk maar aan de pensioenen, zowel de leeftijd als de minimumpensioenen, de hoge elektriciteitsfacturen, de dure medicamenten en geneeskundige zorgen, eerlijke belastingen, en een sociale én ecologische mobiliteit.

Doordat we goed op de hoogte zijn van wat de mensen bezig houdt, konden we veel vroeger dan de andere partijen uitpakken met concrete voorstellen. De thema’s waren getoetst aan de werkelijkheid waar de mensen elke dag mee leven. Ons programma was daardoor inhoudelijk zeer sterk. Het stond bovendien als eerste openlijk en volledig online.

Het is de PVDA die het debat opende over de pensioenen. Het was in september 2017 op ManiFiesta dat Peter Mertens het voorstel lanceerde om iedereen minstens 1.500 euro pensioen per maand te garanderen. De campagne begon lang voor de kiescampagne en zullen we nu ook voortzetten na de verkiezingen. Wij benadrukten dat langer, harder én flexibeler werken niet doenbaar is. Veel partijen hebben die voorstellen overgenomen.

Het is de PVDA die het debat opende over de pensioenen.

De PVDA heeft de groeiende kloof tussen arm en rijk naar voor geschoven, en gewezen op de grote kinderarmoede. Het was Jos D’Haese die minister Liesbeth Homans het vuur aan de schenen legde inzake kinderarmoede op een debat van ATV.

De PVDA wees op de stijgende facturen van de mensen, terwijl multinationals belastingen blijven ontwijken. Het waren ook wij die ingingen tegen de plannen voor de kilometertaks, omdat die opnieuw de werkende mensen zou raken in plaats van de grote vervuilers.

En het zijn wij die altijd consequent de strijd tegen de graaiers in de politiek hebben gevoerd. Door het aanklagen van de hoge vertrekpremies voor parlementsleden. Door het aankaarten van de privileges van het parlementaire pensioensysteem. Door voor te stellen om het loon van ministers en volksvertegenwoordigers te halveren. Want nu is het geen wonder dat politici niet weten wat een BTW-verhoging betekent: ze voelen het niet.

Mensen appreciëren de eerlijkheid in de PVDA.

Wij zijn altijd dezelfde politieke lijn blijven verdedigen, met consequente en ambitieuze voorstellen. Dat heeft een belangrijk gevolg voor het profiel van onze partij. Men merkt bovendien dat we niet enkel praten over wat er leeft in de wijken, maar de dagdagelijkse werkelijkheid ook echt voelen. Dat is een direct gevolg van onze principes: het feit dat onze verkozenen leven aan een doorsnee werknemersloon. Mensen appreciëren die eerlijkheid in de PVDA. Wij zijn totaal anders dan de klassieke partijen. Geen woorden maar daden. Op het terrein zijn. Mensen betrekken. Ook buiten de verkiezingen. Dat is ons DNA.

Wij gaan die punten ook blijven verdedigen. Onze prioriteiten van de verkiezingen blijven de prioriteiten voor de strijd van morgen.

De afstraffing van de klassieke partijen

De duidelijkste trend bij de verkiezingen is de afstraffing van alle traditionele partijen, zoals we ook zien elders in Europa. In tegenstelling tot de rest van Europa, komt een deel van de crisis van de traditionele partijen in ons land wel terecht bij de PVDA en niet alleen bij extreem-rechts.

Wij zijn de enige authentiek linkse partij in Europa die vooruit gaat. Een feit dat ook werd opgemerkt door het Amerikaans magazine Jacobin. Dat schreef onlangs: “De PVDA begint de laatste jaren te lijken op een van de meest dynamische krachten van Europees links. De verkiezingen van zondag hebben dit beeld alleen maar bevestigd.”

De drie grote klassieke families halen in Vlaanderen samen nog een derde van de stemmen. In Wallonië is de gezamenlijke score van PS en MR historisch laag, terwijl de cdH is weggeblazen. Zij zijn nog maar de vijfde grootste politieke partij in het zuiden van het land, zelfs maar de zesde in Brussel.

De politieke crisis die we vandaag zien heeft de politieke kaste volledig aan zichzelf te danken. Het is een crisis van politici die steeds meer vervreemd zijn van de realiteit. Politici die hardnekkig blind blijven voor de bekommernissen van de mensen en blijven inzetten op dezelfde gefaalde recepten.

Wij zijn de enige authentiek linkse partij in Europa die vooruit gaat.

De mensen maken zich grote zorgen. Over hun pensioen, de gezondheidszorg, hun loon, de toekomst van hun kinderen, de toekomst van onze planeet. Maar de traditionele partijen zitten vast in een eenheidsdenken. Het TINA-doctrine (“There Is No Alternative”, er is geen alternatief) blijft domineren. Voor de klassieke politiek bestaat enkel nog de neoliberale besparingspolitiek.

Tijdens de verkiezingen gaf men soms nog signalen dat men ‘het begrepen had’. De besparingen zouden voorbij zijn, men ging investeren en het leven van de mensen verbeteren. Die beloftes zijn al lang vergeten. De zorgen van de mensen zijn al lang vergeten. De klassieke partijen zijn weer enkel maar bezig met het verdelen van postjes.

Nog nooit hebben de sociaaldemocraten en christendemocraten zo veel verloren als vandaag. Die twee traditionele families hebben een lange traditie van regeren. Hun macht was lang gebaseerd op de controle van de zuilen, op de vakbonden en de mutualiteiten. Vandaag zijn er binnen die organisaties steeds sterkere stemmen die een bocht naar links vragen, die meer politiek pluralisme willen in hun organisatie. Binnen de vakbonden zijn er steeds meer leden en militanten die een eerlijke en strijdbare houding tegen het politiek establishment eisen.

De traditionele politiek is doorvlochten van zelfbediening en de invloed van lobbygroepen.

Steeds meer mensen krijgen een afkeer van de traditionele politiek. Ze hebben gelijk. De traditionele politiek is doorvlochten van zelfbediening en de invloed van lobbygroepen.

Maar we moeten blijven strijden tegen de afkeer van de politiek zelf. Onze partij heeft daarbij een voorbeeldfunctie. Wij staan voor een heel andere soort politiek, die de voorbije vijf jaar verwoord is in de populaire tussenkomsten van Raoul Hedebouw in het parlement. Een politiek die dicht bij de mensen staat, met verkozenen die leven aan een doorsnee werknemersloon. Een eerlijke politiek, met verkozenen die weten wat er leeft bij de bevolking en geen blad voor de mond nemen.

Ons alternatief is om de brede werkende klasse in ons land echt haar stem terug te geven. Een echte oplossing te bieden voor de woede van de mensen, die anders naar extreemrechts gaat. Zeker bij de arbeiders. Daarom hebben we gezien hoe veel vakbondsafgevaardigden en arbeiders voor het eerst ooit een oproep deden om massaal voor de PVDA te stemmen.

Daarom is de stem van de 584.621 kiezers van de PVDA geen signaal van ontgoochelden, maar een signaal van hoop. Een stem vanuit een klassenpositie, tegen de politiek van het establishment dat de factuur blijft doorsturen naar de mensen. We zien in alle grote bedrijven, in de maakindustrie, in alle industriële assen van het land dat er ook een golf naar ons komt.

De opkomst van extreemrechts

De traditionele partijen zitten in een ontkenningsfase. Ze negeren hun afstraffing bij de verkiezingen, die nochtans relatief ongezien is. Die wereldvreemdheid geeft de voedingsbodem voor de opkomst van extreemrechts. De belangrijkste oorzaak voor die groei van reactionaire partijen is het verval van het establishment en het falen van de neoliberale besparingspolitiek.

Maar ook de normalisering van extreemrechts is een belangrijke factor voor het succes van die stroming. In ons land speelde N-VA daar een cruciale rol in. Die partij is geen dam tegen het succes van de alt-right gebleken, maar een brug er naar toe.

Over heel Europa waait een onfrisse rechtse orkaan. Gevoed door de internationale ‘alt-right’ beweging met tactische en financiële hulp. Populistisch rechts is aan een opmars bezig. In de VS met Trump, in Brazilië met Bolsonaro, maar ook in Europa.

Het is de eerste taak van onze partij om die woede van de mensen terug te winnen.

In Vlaanderen is de overwinning van het Vlaams Belang zeer verontrustend. De uitslag is deels te verklaren door een 'kies-opstand' van de arbeidersklasse, vooral in de periferie van de grote steden. De mensen zijn kwaad over de zelfbedienings- en besparingspolitiek. Men pikt het huidig beleid van twee maten en twee gewichten niet meer. De toekomst van de mensen is onzeker geworden, terwijl politici hun schaapjes op het droge brengen. Het is de eerste taak van onze partij om die woede van de mensen terug te winnen.

Het is duidelijk dat extreemrechts geen echte breuk met de huidige politiek wil. Ze combineren demagogische sociale eisen (over pensioen, BTW,...) met nationalistische eisen, met racisme en anti-islam retoriek. Maar de sociale marketing van de alt-right, op aansturen van Steve Bannon en Marine Le Pen, verbergt de antisociale en antidemocratische motieven. Donald Trump is het beroemdste voorbeeld: zijn retoriek verbergt de grote cadeaus voor de superrijken en de belangen van de Amerikaanse multinationals. Maar ook in Europa zelf zien we voorbeelden van die retoriek. Denk maar aan de slavenwet in Hongarije, ingevoerd door Victor Orbán. Daardoor kunnen werkgevers hun personeel verplichten om tot 400 uur aan overuren te draaien per jaar. En in Oostenrijk besloot de regering-Kurz met de FPÖ om de zestig-urenweek in te voeren. Een werkdag kan daar voortaan oplopen tot 12 uren. Zonder loontoeslag.

De mensen hebben reële sociale bezorgdheden. Ze zijn bezorgd om hun pensioen, de factuur van het rusthuis, betaalbaar wonen, hun loon. In ons land schotelt Vlaams Belang hen een gemakkelijke oplossing voor. De schuldigen zijn de migrant en de Waal. Als we die buiten smijten, zal alles opgelost zijn. Dat klopt natuurlijk niet, maar het klinkt eenvoudiger dan de echte oplossing: je rechten afdwingen door sociale strijd.

Vlaams Belang is inzake sociaal beleid een wolf in schaapsvacht. In werkelijkheid staat de partij nog altijd voor ‘rijk volk eerst’ en een hard neoliberaal economisch beleid. Dat blijkt nu ook na de verkiezingen. De sociale thema’s zijn plots vergeten. Nu ze aan de onderhandelingstafel zitten, kan de partijtop van Vlaams Belang niet snel genoeg zoete broodjes bakken met N-VA, de neoliberale partij die ze in de campagne zo afgekraakt hebben. Al hun breekpunten zijn verdwenen.

Vlaams Belang is inzake sociaal beleid een wolf in schaapsvacht.

Dat was een aangekondigd manoeuvre. In het parlement stemmen ze al lang voor een hele reeks asociale maatregelen. De jacht op de langdurig zieken, het blokkeren van de lonen en de afschaffing van de pensioenbonus, bijvoorbeeld. Maar de lonen van ministers halveren? Daar stemden ze tegen. Politieke zelfbediening verdwijnt niet met Vlaams Belang. Ze doen er al vier decennia aan mee.

Ook het zachtere, properder imago van het nieuwe rechts is niets dan schijn. In werkelijkheid zijn de standpunten én de retoriek net harder geworden. Vlaams Belang hoort bij de meest radicaal-rechtse partijen van Europa. Geert Wilders en Matteo Salvini zijn koorknapen in vergelijking met Schild en Vrienden of de preses van de Antwerpse KVHV Filip Brusselmans, die holebi's abnormaal vindt. De jonge generatie die werd binnengehaald door Tom Van Grieken is op veel vlakken gevaarlijker dan de oude garde van Filip Dewinter.

We zien het gevaar van die normalisering van het racistisch discours nu al in de praktijk. In Aalst hebben mensen bedreigingen in hun brievenbus gekregen. Tientallen getuigenissen van racisme sinds de verkiezingen zijn al naar boven gekomen. Onder invloed van Steve Bannon heeft de jonge rechtse garde een identitaire beweging uitgebouwd die een oorlog tegen ‘de andere rassen’ voorbereidt, maar ook opnieuw de onderwerping van de vrouw aan de man bepleit en de LGBTQ-beweging wil marginaliseren.

We moeten het racisme bestrijden met een krachtig sociaal programma.

Wij kunnen extreemrechts niet bekampen zonder ook de politiek van de traditionele partijen te bekampen. Het levert niets op om de kiezers van het Vlaams Belang te hekelen, laat staan te marginaliseren. We moeten het racisme bestrijden met een krachtig sociaal programma.

Het bestrijden doe je door aan te tonen dat het niets uithaalt om naar beneden te stampen. Het is niet de migrant die verantwoordelijk is voor het beleid. Niet de vluchteling die bespaart op de pensioenen en te weinig sociale woningen bouwt. Dat zijn de economische en politieke elites. We moeten de mensen het vertrouwen teruggeven om naar boven te kijken en verandering af te dwingen.

De PVDA is de enige partij die ook op het terrein werkt in Vlaanderen. Wij zijn het enige echt geloofwaardige initiatief in de volkswijken en de industriële assen van het land, dat de mensen kan tonen dat de praatjes van het Vlaams Belang niets meer zijn dan dat – praatjes.

Dat is ook hét grote verschil met de eerste zwarte zondag in 1991, toen Vlaams Belang voor de eerste keer doorbrak met 12 zetels. De partij werd de grootste in Antwerpen, met 20,7%. Vandaag is er met ons een alternatief opgestaan dat op een geloofwaardige manier een tegengewicht kan bieden. Een alternatief dat in alle drie de regio’s van het land met een eerlijke politiek kan ingaan tegen de leugens van extreemrechts.

Confederalisme: de kaping van de verkiezingsuitslag

De tendensen in alle regio’s van het land waren dezelfde: een schreeuw voor verandering. Een afstraffing van de traditionele partijen voor hun politieke zelfbediening en de neoliberale afbraakpolitiek. Vlaams Belang kon een groot deel van die onvrede in Vlaanderen verzilveren, door hun sociale demagogie. Ze werden niet vanwege een rechts economisch platform verkozen. Ook de discussies over een harder migratiebeleid stonden niet centraal in de kiescampagne. Dezelfde thema’s spelen in alle regio’s van het land. Een groep onderzoekers van universiteiten van over het hele land heeft vastgesteld dat Vlamingen, Walen en Brusselaars dezelfde prioriteiten hebben:

  • dat de grote vermogens meer belast worden;

  • dat een minimumpensioen van 1.500 euro wordt ingevoerd;

  • dat de index niet wordt afgeschaft.

Er zijn geen twee democratieën: de evolutie van het kiesgedrag hing samen met dezelfde sociale standpunten.

Het communautaire speelde al zeker geen grote rol in de verkiezingen. Recente peilingen bevestigen dat een zeer kleine minderheid van de Vlamingen, zo’n 6%, een nieuwe staatshervorming wil. In Franstalig België is dat ongeveer hetzelfde met 4,7%.

Toch proberen de rechtse partijen de uitslagen te kapen. N-VA en Vlaams Belang zien plots een signaal dat de splitsing van het land zou moeten inleiden. Bart De Wever wil zijn nederlaag omzetten in een overwinning in de publieke opinie (N-VA was de grootste verliezer, en zakt van 20,2% naar 16% nationaal). Daarvoor wil hij ook het cordon sanitaire rond Vlaams Belang in vraag stellen. De N-VA probeert zo de stemmen voor Vlaams Belang te claimen als stemmen voor hun eigen programma.

De boodschap van 26 mei mag niet misbruikt worden om het land te splitsen.

Dat is niets meer of minder dan een gijzeling van het land. De mensen hebben niet gestemd voor nieuwe communautaire scherpslijperij. En al zeker niet voor het beleid van de afgelopen regering. Veel mensen voelen zich een nummer in deze maatschappij, aan hun lot overgelaten. Dat hebben we op 26 mei gehoord in de drie regio's van het land. Die boodschap mag niet misbruikt worden om het land te splitsen.

De mensen zijn geen vragende partij voor confederalisme. Terecht: het zou meer onduidelijkheid en chaos opleveren. Het zou de solidariteit in ons land verder afbreken. Het zou ook betekenen dat ons land nóg meer ministers zou tellen, die dan samen ‘confederaal’ over alle belangrijke dossiers zouden moeten onderhandelen. Nog meer stilstand dus inzake klimaat, energie, maar ook inzake migratie, justitie en sociale rechten.

Het doel van de N-VA (met steun van VOKA) is om via het confederalisme de sociale zekerheid te splitsen. Dat brengt een groot gevaar met zich mee voor de pensioenen en gezondheidszorg van alle Belgen. Daardoor zouden ook de collectieve onderhandelingen over lonen en rechten (cao’s) worden afgeschaft, net zoals de interprofessionele akkoorden en de automatische loonindex. Confederalisme is dus een aanval tegen de instrumenten van solidariteit die de arbeidersbeweging in ons land heeft opgebouwd. Niet enkel tussen de regio’s, maar ook tussen zwakke sectoren en sterke sectoren, tussen gezonde mensen en langdurig zieken, enzovoort.

De PVDA moet de eerste stem zijn tegen de splitsing, voor de eenheid.

De PVDA is de spreekbuis van de eenheid van het land, van de werkende klasse en van de federale sociale zekerheid. De V-partijen willen die breken. De PVDA moet de eerste stem zijn tegen de splitsing, voor de eenheid. De kloof in ons land loopt niet tussen noord en zuid, maar tussen een bevolking die het steeds moeilijker heeft en een politieke elite die die realiteit ontkent. Een elite die van de werkelijkheid vervreemd is. De mensen hebben gestemd voor sociale prioriteiten. Onze partij moet daar blijven voor strijden: voor hogere pensioenen, de verlaging van de elektriciteitsfactuur, de eenheid van de sociale zekerheid, ...

Het is dus duidelijk dat de PVDA een deel van de oplossing is. Toch beslisten de federaal informateurs Didier Reynders (MR) en Johan Vande Lanotte (sp.a) om de partij niet eens uit te nodigen. Blijkbaar is het niet nodig om zich te informeren naar de standpunten van de PVDA over de huidige politieke crisis. Het is een duidelijk signaal dat de traditionele partijen hun onderonsjes willen behouden en zich niets aantrekken van de resultaten van 26 mei.

Wij zeggen: nog meer verdeeldheid en splitsing zal ons niet uit deze crisis halen. Nous sommes un, wij zijn één.

Naar de toekomst

Bedankt aan alle leden, vrijwilligers en sympathisanten die deze overwinning hebben mogelijk gemaakt. Heel veel mensen hebben het beste van zichzelf gegeven. De visie van onze partij is er één waarin mensen hun talenten laten openbloeien. Fenomenaal sociaal was onze mensvisie de voorbije jaren, en dat blijft het ook.

Het is onze taak om te blijven strijden voor een sociale omslag.

Onze partij moet verder gaan, als een locomotief op links. Het is onze taak om te blijven strijden voor een sociale omslag. Om de thema’s van de verkiezingen te blijven verdedigen en af te dwingen. Om nieuwe sociale en rechtvaardige thema’s op de agenda te zetten. Enkel zo zullen we zorgen dat er een echt linkse toekomst is voor ons land. Dat de samenleving en de politiek eerlijker worden, rechtvaardiger, en socialer.

Mensen kunnen een maatschappij veranderen, maar dat kunnen we alleen maar samen. Zo zetten we de zaken in beweging. Word lid van de PVDA. Sluit je aan bij het eerlijke alternatief. Kom bij een basisgroep. Wij hebben een wereld te winnen.